Dicteebingo

Doel

Correct schrijven van woorden
Betrokkenheid vergroten
Bingo halen

Voorbereiding

Klik op de foto om deze werkvorm te downloaden

Print voor alle leerlingen het dicteevel uit. Je kunt het ook in een dicteeschrift laten maken, maar alle woorden op één blad geeft je meer overzicht.
Print per twee leerlingen een bingokaart uit
Zorg voor de bingocijfers of voor een bingomolen

Deze materialen vind je in de download. Klik hiervoor op de foto met het plantje.

Uitleg

Je vertelt de leerlingen dat je over een aantal dagen bingo met ze gaat spelen. De bingokaart is alleen nog leeg. Ze gaan deze week zelf hun cijfers bedenken voor op hun bingokaart. Wie als eerst 10 correcte cijfers heeft, wint de bingo. Hoe meer cijfers, hoe meer kans dat jij als eerst 10 correcte cijfers hebt. Deze cijfers kun je verdienen door het correct schrijven van woorden tijdens het dictee.

Deel de dicteevellen uit en laat de leerlingen hun naam erop noteren. Je geeft nu een 5 woordendictee. Gewoon zoals je dat altijd doet laat je de leerlingen 5 woorden opschrijven. Jouw doel is natuurlijk zoveel mogelijk correct geschreven woorden en dat ook zwakke leerlingen een kans hebben om bingo te behalen. Hiervoor kun je verschillende tools gebruiken.

Spreek met de leerlingen af dat het niet alleen om het correct spellen gaat, maar ook om het correct verbeteren. Kijk het dictee na en laat ze fouten verbeteren.
Bespreek na het gegeven woord welke categorieën er in het woord zitten. Hierop kunnen leerlingen hun woord nog aanpassen.
Loop bij zwakke leerlingen langs en wijs ze op hun fouten. Verbeteren mag!
Bespreek voor het dictee welke categorieën je gaat dicteren. Bij zwakke leerlingen kijk je alleen of deze categorieën correct gehanteerd zijn.
Mocht het nodig zijn kun je ervoor kiezen om één of twee leerlingen niet één getal te laten verdienen per woord, maar twee. Met maximum van 5 getallen.

Welke tools jij gebruikt is natuurlijk afhankelijk van jouw klas. Hoe meer getallen leerlingen verdienen, hoe competenter zij zich gaan voelen, hoe meer kans dat zij de bingo gaan winnen en hoe meer kennis jij kweekt.

Na 5 dictees is het tijd voor de bingo! De leerlingen krijgen een lege bingokaart en hun dicteevel terug. Ze kijken hoeveel getallen zij verdiend hebben en plaatsen zoveel getallen (onder de 50!!!) op hun bingokaart.

Zorg voor een bingomolen en haal de getallen boven de 50 eruit. Of print de getallen van de download uit en knip deze los. Je doet de getallen in een bak en kunt ze er straks tijdens de bingo uit grabbelen. Je kunt ook een online bingospel gebruiken. Deze gaan alleen hoger dan 50. Als je dat wilt kun je zeggen dat die getallen niet meetellen en je dan meteen doorgaat naar het volgende getal.

Als je de getallen klaar hebt en de leerlingen hun bingokaart klaar hebben, kan de bingo echt gaan beginnen.

Je speelt bingo zoals je gewent bent. Als je de getallen grabbelt is het handig om het getal steeds even op het bord te plaatsen. De leerling die als eerst 10 kruisjes op zijn/haar bingokaart heeft geplaatst wint de bingo.

Je kunt verschillende prijsjes uitdelen zoals:

1e bingo: Een hele week dictee overslaan
2e bingo: 10 minuten iets digitaals voor jezelf doen
3e bingo: 10 minuten iets voor jezelf doen (niet digitaal)
4e bingo: 5 minuten iets digitaals voor jezelf doen
5e bingo: 5 minuten iets voor jezelf doen (niet digitaal)
6e t/m 10e bingo: beloningskaartje
rest: sticker

Natuurlijk kun je ook andere beloningen doen. Degene die als eerst 10 kruisjes heeft mag meteen naar buiten. Of mag als eerste een spelletje uit de kast uitzoeken. Net wat bij jou en je klas past.

Veel plezier met de bingo en het kweken van kennis!